1H Maatwerkvoorzieningen Jeugd
Bedragen * € 1.000 | Begroot | Begroot na wijziging | Rekening | Afwijking |
---|---|---|---|---|
Lasten | 10.226 | 11.806 | 12.209 | -404 |
Baten | 61 | 61 | ||
Saldo van baten en lasten | -10.226 | -11.806 | -12.149 | -343 |
Mutatie reserve | 0 | 0 | 0 | 0 |
Gerealiseerd resultaat | -10.226 | -11.806 | -12.149 | -343 |
Tabel afwijkingen
Omschrijving | Bedrag |
---|---|
P-budget | 129 |
Corona | 10 |
PGB | -42 |
Pilot eenvoudig maatwerk | 20 |
Jeugd Zin inclusief GI | -463 |
Overigen | 3 |
Subtotaal | -343 |
Mutatie reserve | 0 |
Totaal na mutatie reserve | -343 |
Toelichting afwijkingen
P-budget
Een toelichting op het totale p-budget kunt u vinden in paragraaf 5 Bedrijfsvoering, onderdeel ‘Organisatie en formatie’.
PGB
Hoewel de pgb-tarieven in 2019 bijgesteld zijn hebben we ook dit jaar te maken met een nadeel, ondanks dat het aantal jeugdigen waarvoor een pgb wordt verstrekt afneemt. We zullen in 2022 middels een steekproef nader onderzoeken hoe dit komt, denk bijvoorbeeld aan meer uren, meer pgb's, inzet van meerdere vormen van hulp of inzet van "zwaardere" vormen van hulp.
Pilot eenvoudig maatwerk
Eind 2021 is de pilot "eenvoudig maatwerk" gestart. Met de middelen uit het "eenvoudig maatwerkpotje" kan een interventie ingezet worden door coaches en consulenten die niet valt onder de wettelijk ingekochte zorg. Middelen uit dit potje worden alleen ingezet als alle andere hulp en ondersteuningsmogelijkheden niet passend zijn. Mogelijk heeft zich eind 2021 nog niet zo'n situatie voorgedaan. Het gaat dan ook om een incidenteel voordeel.
Jeugd Zin
Het aantal jeugdigen dat jeugdhulp ontvangt lijkt in 2021 iets gedaald te zijn t.o.v. 2020. Het nadeel waar we dit jaar mee te maken hebben, lijkt dan ook niet te komen door een toename van het aantal jeugdigen met jeugdhulp.
Het nadeel is gedeeltelijk te verklaren door loonprijsstijging. Daarnaast hadden we te maken met betalingen aan diverse aanbieders voor kalenderjaar 2020 en jaren daarvoor. Onder deze betalingen valt één grote betaling aan een aanbieder van € 97.000,-. Daarnaast is er een verrekening met een aanbieder geweest waar wij middelen van ontvingen. Wanneer de betalingen over voorgaande kalenderjaren die wij aan aanbieders gedaan hebben verrekend worden met de middelen die wij van een aanbieder ontvingen, resulteert dat in een nadeel van € 182.000,-. Dit nadeel is het gevolg van een trendbreuk: vóór 2020 werd aan het eind van een kalenderjaar ingeschat welke kosten van dat jaar er nog volgden. Op basis hiervan werd een reservering gedaan voor het daaropvolgende kalenderjaar. Doordat we hier in 2020 mee zijn gestopt, zijn er voor kalenderjaar 2021 geen middelen gereserveerd voor resterende betalingen aan aanbieders, wat resulteert in een groter nadeel als gevolg van deze betalingen. Hoewel we zien dat de periode van zorglevering en declaratie veel beter aansluiten dan aan het begin van de transitie en er strakkere afspraken zijn gemaakt over factureren, maakt wetgeving het vooralsnog verplicht voor gemeenten om tot 5 jaar naar datum facturen te betalen.
Het overige nadeel is mogelijk te verklaren door een stijging van de zorgconsumptie (de inzet van zwaardere zorg of de inzet van meerdere vormen zorg) of door onvoldoende compensatie van voogdij.