Jaarrekening

Waarderingsgrondslagen

Wettelijke voorschriften

Op de jaarrekening zijn de bepalingen van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) van toepassing. De jaarrekening bevat de balans inclusief een toelichting.

Waardering van activa en passiva

Algemeen
Hieronder is bij de diverse onderdelen van de vaste activa een toelichting gegeven.

Immateriële vaste activa

Het BBV kent de volgende drie soorten immateriële vaste activa:

  • De kosten die zijn verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio.
  • De kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief.
  • De bijdragen aan activa in eigendom van derden.

De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige directe kosten), verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen van derden, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.

De kosten van het sluiten van geldleningen (inclusief de betaalde boeterente) en het saldo van agio en disagio worden geactiveerd en over maximaal de looptijd van de lening volledig afgeschreven, te starten vanaf het moment van het in gebruik nemen van het gerelateerde materieel of financieel vast actief.
Indien geen nieuwe lening wordt aangetrokken zijn de kosten van vervroegde aflossing (boeterente) niet geactiveerd, maar als last verantwoord.

De kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief zijn onder de volgende voorwaarden geactiveerd:

  • Het voornemen bestaat het actief te gebruiken of te verkopen.
  • De technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien staat vast.
  • Het actief in de toekomst economisch of maatschappelijk nut genereert.
  • De uitgaven die aan het actief toe te rekenen zijn, zijn betrouwbaar zijn vast te stellen.

De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden volledig afgeschreven in maximaal vijf jaar.

De onder de kosten van onderzoek en ontwikkeling geactiveerde voorbereidingskosten voor grondexploitaties voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • de kosten passen binnen de kostensoortenlijst (artikel 6.2.4) van het Bro; en
  • de kosten blijven maximaal vijf jaar geactiveerd staan onder de immateriële vaste activa. Na maximaal vijf jaar hebben de kosten geleid tot een actieve grondexploitatie, dan wel worden deze afgeboekt ten laste van het jaarresultaat; en
  • plannen tot ontwikkeling van de grond waarvoor de voorbereidingskosten worden gemaakt, hebben bestuurlijke instemming, blijkend uit een raads- of ‒ indien gedelegeerd ‒ collegebesluit.

Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden geactiveerd indien aan de volgende vereisten is voldaan:

  • Er is sprake van een investering door een derde.
  • De investering draagt bij aan de publieke taak.
  • De derde heeft zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren op een wijze zoals is overeengekomen.
  • De bijdrage kan door de gemeente worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering.

Op de geactiveerde bijdragen aan activa in eigendom van derden wordt afgeschreven, waarbij de afschrijvingsduur maximaal gelijk is aan de verwachte gebruiksduur van de activa (bij derden) waarvoor de bijdrage aan derden is verstrekt.

De post immateriële vaste activa wordt onderscheiden in:

  • Kosten afsluiten geldleningen   
  • Kosten onderzoek en ontwikkeling   
  • Bijdragen aan activa in eigendom van derden   

Materiële vaste activa

  • Materiële vaste activa zijn fysiek aanwezige activa. Het BBV kent de volgende soorten materiële vaste activa:
  • investeringen met een economisch nut;
  • investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven;
  • investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.

Investeringen hebben een economisch nut indien ze verhandelbaar zijn en/of indien ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. Alle investeringen met een economisch nut worden geactiveerd.

Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden geactiveerd en over de gebruiksduur afgeschreven.#

Alle materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige directe kosten (waaronder overheadkosten INDIEN VAN TOEPASSING), verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen die direct gerelateerd zijn aan het actief, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.

Ten aanzien van investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut geldt tot aan investeringsdatum 31 december 2017 dat eventuele bijdragen uit de reserves in mindering zijn gebracht op deze investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Ten aanzien van investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven geldt dat vanuit de spaarcomponent van heffingen gevormde voorzieningen voor toekomstige vervangingsinvesteringen met economisch nut in mindering zijn gebracht op de in het boekjaar gepleegde investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing is geheven. Over het resterende bedrag wordt afgeschreven.

De op de oorspronkelijke verkrijgings- of vervaardigingsprijs toegepaste jaarlijkse afschrijvingen corresponderen met een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur (kortste van de geschatte economische levensduur óf technische gebruiksduur) van de geactiveerde objecten en voorzieningen.

De gehanteerde afschrijvingstermijnen voldoen aan de notitie waardering en afschrijving vaste activa  2017 van de BBV. De afschrijvingstabel is opgenomen in de financiële verordening zoals vastgesteld door de gemeenteraad in haar vergadering van 28-06-2017. De afschrijvingen worden berekend volgens de lineaire en annuïteiten methode. Afschrijvingen geschieden daarnaast onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Op gronden wordt niet afgeschreven, tenzij de grond deel uitmaakt van een investering in de openbare ruimte met maatschappelijk nut. Eventuele boekwinsten bij inruil of afstoting van een kapitaalgoed zijn als incidentele bate in de jaarrekening verwerkt.

Stelselwijziging investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut
Gemeente Renkum verantwoorde investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut tot 31 december 2016 direct in de lasten. Vanaf 1 januari 2017 is de keuzemogelijkheid ten aanzien van het wel of niet activeren van investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut vervallen. Vanaf 1 januari worden derhalve alle investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut geactiveerd en over de gebruiksduur afgeschreven.

Duurzame waardevermindering van vaste activa
Afwaardering van bedrijfseconomisch vastgoed vindt plaats indien de directe opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde. Lagere taxatiewaarden dan de boekwaarden van onroerende zaken zijn hierbij als duurzame waardedaling in aanmerking genomen. Afwaardering van maatschappelijk vastgoed vindt plaats indien de directe opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde en er ten opzichte van de huidige functie geen (bestuurlijke) intentie is voor duurzame exploitatie.

Buiten gebruik gestelde vaste activa
Indien een vast actief buiten gebruik is gesteld, heeft op het moment van buitengebruikstelling een afwaardering van de boekwaarde plaatsgevonden naar de lagere restwaarde.

Financiële vaste activa
De waardering van de verstrekte langlopende geldleningen is samengesteld uit de nominale waarde minus de gerealiseerde aflossingen.
De deelnemingen zijn tegen de verkrijgingsprijs gewaardeerd.

Voorraden
De voorraden van in exploitatie genomen projecten worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten. Onder de bijkomende kosten zijn onder andere toegerekende rente en personeelskosten begrepen. Indien van toepassing wordt tegen lagere marktwaarde gewaardeerd. Wanneer van een complex binnen de voorraad onderhanden werk een uiteindelijk verlies wordt verwacht, wordt hiervoor een voorziening getroffen. Deze voorzieningen zijn in mindering gebracht op de waarde van de voorraden.

Vorderingen
De vorderingen worden opgenomen tegen de nominale waarde. Voor incourante vorderingen wordt een voorziening opgenomen. Deze wordt in mindering gebracht op de vordering.

Reserves
Reserves zijn de vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken. Bedrijfseconomisch gezien zijn reserves vrij te bestemmen. Dit is echter niet het geval wanneer de politiek een bepaalde bestemming aan de reserve heeft gegeven (= bestemmingsreserve in tegenstelling tot de algemene reserve). Een deel van de algemene reserve bestaat uit het weerstandsvermogen. Dit weerstandsvermogen is bedoeld om risico’s op te vangen die in de Risicoparagraaf zijn vermeld.
Onder reserves wordt ook verstaan:
egalisatierekeningen die dienen om ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die aan derden in rekening worden gebracht wegens door de organisatie geleverde prestaties.

Voorzieningen
Van een voorziening is sprake als het gaat om te kwantificeren financiële verplichtingen of risico’s (als een risico niet is te kwantificeren moet dit risico opgenomen worden in de Risicoparagraaf). Elke voorziening moet de omvang hebben van de betreffende verplichting of het betreffende risico (groter of kleiner is niet toegestaan). Mutaties in voorzieningen vloeien uitsluitend voort uit het aanpassen van de omvang van een voorziening aan een nieuw noodzakelijk niveau of verminderingen wegens aanwending voor het doel waarvoor de voorziening is ingesteld.
Voorzieningen, m.u.v. de pensioenvoorziening, worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenvoorziening wordt op basis van contante waarde opgenomen.
De onderhoudsvoorzieningen zijn gebaseerd op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen. Daarbij is rekening gehouden met de vastgestelde kwaliteitseisen. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen die is opgenomen in het jaarverslag, is het beleid verder toegelicht.

Langlopende schulden
De langlopende schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde minus de gerealiseerde aflossingen. Onder de langlopende schulden worden alle geldleningen o/g opgenomen met een restant looptijd groter dan één jaar.

Afwijking grondslagen ten opzichte van voorgaande jaren
De grondslagen zijn, indien nodig, aangepast aan de bepalingen van het Besluit begroting en verantwoording (BBV).

Staat van baten en lasten
De lasten en baten worden aan de jaren toegerekend waarop ze betrekking hebben. Mutaties met betrekking tot het boekjaar die in een eerder of later jaar plaatsvinden worden als transitoria meegenomen. Bij de resultaatbepaling wordt uitgegaan van het voorzichtigheidsbeginsel. Verliezen worden genomen zodra ze bekend zijn en opbrengsten worden genomen zodra ze gerealiseerd zijn.

Deze pagina is gebouwd op 06/29/2022 08:41:57 met de export van 06/27/2022 17:02:50