Baten en lasten en toelichting

1J Inkomensvoorziening

Tabel afwijkingen

Toelichting afwijkingen

P-budget
Een toelichting op het totale p-budget kunt u vinden in paragraaf 5 Bedrijfsvoering, onderdeel ‘Organisatie en formatie’.

TONK
TONK was een regeling van 1 januari 2021 tot 1 oktober 2021 voor een vergoeding voor noodzakelijke kosten zoals woonlasten wanneer een inwoner door corona te maken had met een inkomensdaling. Gemeenten hebben hiervoor een rijksbijdrage ontvangen, maar er is nauwelijks gebruik van gemaakt. Dit is een landelijk beeld.  Bij de najaarsnota 2021 bent u geïnformeerd dat de resterende middelen jaar overschrijdend ingezet gaan worden. Bij de jaarstukken gaan we de desbetreffende middelen overhevelen naar 2022. Dit geschiet door storting in de Reserve Projecten. In de voorjaarsnota  2022 volgt een bestedingsplan voor deze middelen.

Bijzondere bijstand
Het aantal aanvragen en uitgaven bijzondere bijstand is circa 11% achtergebleven ten opzichte van de begroting. Dit kan mede het gevolg zijn van het dalende bijstandsbestand en de invoering van het drempelbedrag.

Kinderopvangtoeslagaffaire (KOT)
Sinds februari 2021 hebben gemeenten de taak om inwoners die gedupeerd zijn door de kinderopvangtoeslagaffaire te ondersteunen. Gemeenten krijgen een rijksvergoeding voor de uitvoering en de inzet van ondersteunende voorzieningen. Het sociaal team voert deze taak uit, gedeeltelijk binnen de bestaande formatie.  Voor de uitvoering krijgt de gemeente een forfaitair bedragen. Op basis van de ondersteuning van het bestand inwoners ontvangt de gemeente een bedrag van afgerond € 44.000. Hiervan is € 6.000 ingezet in 2021. Het overig budget wordt gereserveerd  de ondersteuning in 2022 en verder. Ook kan de gemeente de kosten die zij maakt voor inkoop en uitvoering van trajectzorg op de vijf leefgebieden: financiën, wonen, zorg, gezin en werk declareren. Tot op heden is hiervoor voor € 89.000 aan kosten betaald. Deze kosten zijn niet bij de diverse begrotingsposten in deze jaarrekening in mindering gebracht maar worden binnen dit product  centraal verantwoord  als voordeel.

Re-integratie
De uitgaven re-integratie zijn fors achtergebleven op de begroting. Dit heeft nauwelijks  negatief effect gehad op de behaalde realisatie over 2021. Het achterblijven van de uitgaven is ontstaan door een combinatie van factoren. De belangrijkste oorzaak is de kansrijke arbeidsmarkt waardoor minder inwoners ondersteuning nodig hadden om weer betaald werk te krijgen. Voorzieningen zoals tijdelijk loonkostensubsidies waren nauwelijks nodig. Door het aanhouden van de coronacrisis konden een aantal groepsactiviteiten niet/beperkt uitgevoerd worden. De grote vraag op de arbeidsmarkt zorgt er ook voor dat tijdelijke formatie voor het uitvoeren van projecten lastig is te krijgen is en projecten vertragen. Ook heeft de uitvoering van de TOZO beslag gelegd op implementatie- en uitvoeringscapaciteit van het team met vertraging op het gebied van re-integratie tot gevolg. Een aantal projecten lopen door in 2022 waar extra uitgaven gaan plaatsvinden zoals de uitvoering van de Regelarme bijstand, Werk moet lonen en het optimaliseren van werkprocessen.

WSW
De uitgaven van de WSW laten een voordeel zien van € 81.000. Dit wordt veroorzaakt door een snellere daling van het aantal Wsw-ers dan de aannames van het rijk waarop de vergoeding gebaseerd is. De backofficekosten van de Wsw zijn met € 20.000 afgenomen en ook de vervoerskosten nemen af doordat wij steeds minder Wsw-medewerkers in dienst hebben. Daar staat tegenover dat de detacheringsvergoedingen afnemen. In 2021 wordt de afname aan detacheringsvergoeding van € 57.000 gecompenseerd met een rijksbijdrage via de integratie uitkering participatie (corona middelen) van € 50.000. Deze rijksbijdrage wordt verantwoord in hoofdstuk 4 Algemene dekkingsmiddelen. Samen met de bovenstaande voordeel hoeft er in 2021 € 131.000 minder onttrokken worden uit de reserve dan dat oorspronkelijk begroot was.

BUIG
Het voordeel van € 417.000 op BUIG wordt veroorzaakt door een voordeel van € 517.000   zijnde 5,9% op de Rijksbijdrage zoals die in de septembercirculaire is vastgesteld. In de najaarsnota is het eigen risico van €354.000 al vrijgevallen en is € 100.000 van het verwachtte resultaat ingezet voor structurele kwaliteitsverbetering. Dit proces loopt door in 2022.

TOZO
In 2021 hebben we een herstelactie voor de TOZO 2020 uitgevoerd omdat deze aanvragen achteraf niet aan de voorwaarden voldeden. Er is voor ruim € 800.000 aan TOZO hersteld. Voor het restant van € 111.000 heeft de herstelactie niet het gewenste resultaat opgeleverd en dit bedrag is als nadeel opgevoerd. Verwacht werd dat de door de accountant onrechtmatig benoemde middelen in 2020 terugbetaald zouden moeten worden. Vanwege de aanhoudende coronacrisis en de onzekerheid of deze korting wordt doorgevoerd, zijn we niet tot invordering bij ondernemers overgegaan. De TOZO 2020 is nog niet definitief afgerekend door het rijk en het is nog niet zeker of deze korting op de rijksbijdrage ook doorgevoerd wordt.

Voor de uitvoering van de TOZO is € 44.000 meer rijksvergoeding ontvangen dan begroot was. Daar tegenover staan € 36.000 extra uitgaven aan TOZO-uitvoering. Dit komt door de laatste verlenging van de TOZO voor de periode van 1 juli 2021 tot 1 oktober 2021.

Inhuur SD
Er is een voordeel op de inhuur voor het sociaal domein van € 69.000. Het betreft € 50.000 voor de structurele kwaliteitsverbetering die in 2021 niet ingezet kon worden omdat er geen geschikte invulling was door de grote vraag op de arbeidsmarkt. Inmiddels is wel een geschikte invulling gevonden. Het geserveerde bedrag van € 50.000 blijft via een dotatie aan de reserve Projecten beschikbaar voor dit doel in 2022.  Daarnaast kon een klein gedeelte van de geraamde formatie uiteindelijk opgevangen worden binnen de beschikbare formatie. Met dit voordeel hoeft er € 19.000 minder uit de reserve onttrokken te worden dan dat oorspronkelijk was begroot.

Diversen
Het voordeel op de post Diversen is een optelsom van restanten van verschillende uitvoeringsbudgetten op deeltaken.